maandag 26 oktober 2009

Dik zijn door de eeuwen heen

Tegenwoordig is het schoonheidsideaal van de vrouwen van de westerse samenleving een slank figuur en een gebruinde huid. Maar vroeger was dit heel anders. In de zeventiende eeuw bijvoorbeeld werd het juist erg lelijk gevonden wanneer iemand slank was. Wat mooi en niet mooi is verandert dus met de tijd. Wat waren de schoonheidsidealen door de eeuwen heen?

De Oudheid

In Egypte was de ideale vrouw vroeger groot, slang en gespierd en eeuwig jong. Ze heeft bolle billen, nauwelijks borsten en brede heupen. In Griekenland werden vrouwen in beelden bijna als mannen voorgesteld: één en al spieren. Later in schilderijen werd de Griekse vrouw erotisch en vrouwelijk afgebeeld.

De Middeleeuwen

In de Middeleeuwen moest een vrouw er bleek en dun uit zien, maar wel met een dikke buik. Een dikke buik stond in die tijd namelijk voor rijkdom. De kerk was in de Middeleeuwen alomtegenwoordig en legde zijn regels op. Kuisheid was toen verplicht en make-up en het afbeelden van vrouwelijkheid was uit den boze. Vrouwen hadden in die tijd dan ook lange gewaden aan en bedenkten hun hoofd ook vaak.

17e eeuw

Overgewicht bij mannen en vrouwen was in de zeventiende eeuw een teken van gezondheid. Vooral cellulitis, dijen met putten en vetkwabjes vond men in die tijd zeer aantrekkelijk. Wanneer iemand dun was werd dit gezien als een teken van armoede. Iemand met obesitas werd gezien als een welvarend en gezond persoon. Dik zijn was dus ook in de zeventiende eeuw een soort statussymbool.

18e eeuw

Een eeuw later werden vrouwen in strakke korsetten gehesen waarin ze soms bijna niet konden ademen. Een wespentaille was erg in trek in die tijd en er werd van alles uit de kast getrokken om het lichaam in de juiste vorm te krijgen: naast korsetten en valse heupcontouren uit hout zetten de vrouwen én mannen zelfs enorme pruiken op hun hoofd.

19e eeuw

In de negentiende eeuw, na de Franse Revolutie, stonden twee vrouwelijke idealen tegenover elkaar: de burgervrouw en de mooie, ziek ogende vrouw met blauwe kringen onder haar ogen. De burgervrouw was mollig. Dat was namelijk een teken van het voorbije moederschap. Verder had de gemiddelde vrouw bruin haar en een bleke huid. De ongezond lijkende vrouw was lijkbleek van huid en had ingevallen wangen. Ook heerste er nog het schoonheidsideaal van de brede heupen en smalle, afhangende schouders. Vrouwen moesten daarnaast ook nog eens grote borsten hebben, slank en recht zijn, maar juist weer zonder dikke billen of buik.

20e en 21e eeuw

Na de Tweede Wereldoorlog was het nog steeds mooi om dik te zijn. Omdat men nauwelijks iets te eten had, werd slank niet mooi gevonden. Slank zijn betekende dat je te weinig geld had om eten te kopen, of dat je misschien wel ziek was. Dat is dus hetzelfde beeld als ruim drie eeuwen vroeger. Dikkere mensen stonden toen dus voor gezondheid, vruchtbaarheid en rijkdom. Zo was Marilyn Monroe, die maatje 42 had, een groot stijlicoon van die tijd.

Tien jaar later was er weer meer eten en dus kwam slank zijn echt in de mode. In de jaren ’60 was Leslie Hornby bijvoorbeeld een groot stijlicoon. Hornby is beter bekend als ‘Twiggy’, omdat ze met haar jongensachtige figuur zo dun als een twijgje was. Dit dunne schoonheidsideaal is meegegaan naar de eenentwintigste eeuw.

Aan het eind van de twintigste en het begin van de eenentwintigste eeuw was bij de modellen ‘Heroin Chic’-look in de mode. Deze ‘look’ hield in dat de modellen een bleke huid, donkere kringen rond hun ogen en uitstekende botten hadden. Een van deze modellen was Kate Moss. Nu nog steeds zijn de modellen op de catwalk erg dun, maar er begint wel een verandering in te komen. Men begint in te zien dat deze dunne modellen niet goed zijn voor het zelfbeeld van jonge meisjes – en jongens – en er komen nu dan ook steeds meer ‘Plus-size models’ op de catwalk en in de bladen.

In de niet-westerse cultuur ligt dik zijn heel anders. Bijvoorbeeld in Mauritanië, een West-Afrikaans land, is de norm compleet tegenovergesteld. Vrouwen moeten daar juist dik zijn om in aanmerking te komen voor een man. Cellulitis bijvoorbeeld maakt een vrouw extra gewild bij mannen. Een man in Mauritanië daarentegen mag weer geen gram teveel wegen.

Je kunt dus wel stellen dat in een cultuur waar vooral armoede bestaat – zoals in de zeventiende en achttiende eeuw, de jaren ’50 en in landen zoals Mauritiäne – overgewicht een teken van rijkdom en gezondheid is. Dan wordt dik zijn dus als mooi beschouwd. In een cultuur van rijkdom – zoals onze Westerse cultuur, waar iedereen gewoon kan eten wat hij wil – is slank zijn weer mooi. Slank zijn staat in onze cultuur als een teken van zelfbeheersing.

Gezien de veranderende opvattingen door de eeuwen heen blijkt dus dat niets zo veranderlijk is als het begrip schoonheid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten